Iedereen dacht dat een chiptekort tijdens de corona-crisis het ergste was dat de auto-industrie kon overkomen. Dat hadden we mis. Eerdere problemen van de auto-industrie verbleken bij de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Wij leggen uit op welke manieren de agressie van Rusland de wereldwijde autoproductie verstoort.
Meer tekorten
Het wereldwijde chiptekort liet zien hoe afhankelijk de auto-industrie is. De producenten bleken voor cruciale onderdelen te vertrouwen op slechts een handjevol aanbieders. De oorlog in Oekraïne legt zulke afhankelijkheden van de auto-industrie nog meer bloot.
Zo wordt 70% van het edelgas neon geproduceerd in Oekraïne. Dit gas is nodig voor de lasers in het productieproces van halfgeleiders in computerchips. Nu de productie in Oekraïne vrijwel stil ligt, raken chipmakers snel door hun voorraden neon heen. Het inlopen van de tekorten gaat hierdoor zeker niet lukken. Er wordt zelfs gevreesd voor een nog groter chiptekort dan afgelopen jaren.
Maar dit is niet het enige waar een afhankelijkheid met Oekraïne zit. Het land blijkt ook van levensbelang te zijn voor een belangrijk onderdeel van elke auto: de kabelboom. Maar liefst zo’n 20% van dit vrij eenvoudige maar noodzakelijke onderdeel komt uit Oekraïense fabrieken. Vooral Europese fabrikanten, zoals BMW, zijn volledig afhankelijk van de productie in dit land.
Met wel tot 5 kilometer kabel in een moderne auto is de kabelboom onmisbaar in een auto. Elke functie, van gas geven tot het openen van de kofferbak, gaat via de kabelboom. Waar een computerchip nog achteraf in een auto gebouwd kan worden, heeft het geen zin te beginnen met het bouwen van een auto als je geen kabelboom hebt. Zonder dit onderdeel op voorraad kan de fabriek gewoon dicht.
De situatie bij kabelboomfabrikant Leoni toont hoe schrijnend de situatie is. Twee fabrieken in Oekraïne van dit bedrijf zijn deze week weer opgestart. Ondanks de constante bedreiging van luchtaanvallen staan hier weer arbeiders aan de productielijn om Volkswagen van kabelbomen te voorzien. Al een aantal keer moest iedereen halsoverkop de schuilkelders in. Hoe gestoord is het dat deze mensen midden in een oorlog moeten doorwerken omdat anders onze auto’s niet gebouwd kunnen worden.
Stijgende brandstofprijzen
Veel mensen hebben de enorme stijging van de brandstofprijzen dankzij de oorlog in Oekraïne al ondervonden. Ook voor autofabrikanten is dit natuurlijk slecht nieuws. Niet alleen stijgen hun eigen kosten, maar bij hogere brandstofprijzen gaan mensen eerder kijken naar alternatieven. Het kopen van een auto is steeds minder interessant, vooral grote auto’s. En laten die nu juist de meeste winst opleveren…
Je zou verwachten dat hoge brandstofprijzen de weg vrijmaakt voor de elektrische auto. Helaas zijn het juist elektrische auto’s die het hardst geraakt worden door de tekorten die we hierboven beschrijven. Dit komt omdat software bij deze auto’s een grotere rol speelt. Een prijsstijging van elektrische auto’s ligt op de loer. Meer vraag en minder aanbod leidt immers tot stijgende prijzen. Het kan zijn dat deze crisis de elektrische auto definitief de stempel “veel te duur in aanschaf” meegeeft.
Boycot van Rusland
Ook het wereldwijde boycot van Russische producten en het blokkeren van betalingen speelt de auto-industrie parten. Vanuit een ethisch en marketingtechnisch standpunt is het haast vanzelfsprekend dat ook autofabrikanten meedoen met de blokkade van Rusland. Commercieel doet deze beslissing echter pijn: voor veel fabrikanten is Rusland een zeer lucratieve afzetmarkt.
Veel Westerse automerken hebben zelfs fabrieken in Rusland. Die veroorzaken nog meer problemen, want die liggen helemaal stil. Sterker nog, de Russische regering heeft recent een wet aangenomen waarbij het fabrieken mag annexeren als ze voor meer dan 25% in handen van het buitenland zijn. Dit betekent dat Rusland de autofabrieken zo kan afpakken, om oorlogsmaterieel te gaan maken of gewoon uit wraak.
Mercedes-Benz heeft bijvoorbeeld een grote fabriek net buiten Moskou. Hier werken normaal meer dan 1.000 mensen. Nu ligt hij stil. Voor het Duitse merk zou het een forse aderlating zijn als deze fabriek, met een waarde van 2 miljard Euro, ingenomen wordt door de Russische regering.
Het merk heeft meer problemen. De vrachtwagentak van Mercedes-Benz was voor bijna de helft eigenaar van de Russische vrachtwagenbouwer Kamaz. Dit merk is hofleverancier van het Russische leger. Mercedes-Benz heeft de samenwerking per direct opgezegd. Hoewel het natuurlijk de enige goede optie is, zijn de financiële gevolgen natuurlijk enorm.
Gevolgen oorlog in Oekraïne al merkbaar voor auto-industrie
Het moge duidelijk zijn dat de oorlog in Oekraïne een ongekende impact heeft op de wereldwijde auto-industrie. De eerste gevolgen zijn al zichtbaar. Volkswagen en Audi hebben aangekondigd om minder auto’s te bouwen. De productie van de ID.4 lag bijvoorbeeld al enkele dagen stil. Porsche bouwt vanaf half maart geen enkel exemplaar meer van de 911, de Panamera en de Cayenne. Twee fabrieken blijven voorlopig dicht.
Door de afhankelijkheid van kabelbomen uit Oekraïne liggen fabrieken van BMW in Duitsland en Groot-Brittannië al stil. De fabriek in Born heeft al drie weken stilgelegen. Ook Toyota heeft vorige week een “algemene pauze” aangekondigd vanwege het tekort aan onderdelen. Deze pauze duurt minstens tot juni. In deze periode zal het bedrijf tot 150.000 auto’s minder maken dan eerder gepland.
Toen we de gevolgen leerden van het chiptekort tijdens de corona-crisis, spraken we van een ‘perfecte storm’. Ondertussen weten we dat het allemaal erger kan. Hoewel het natuurlijk niet opweegt tegen het leed van de Oekraïense bevolking, zijn het wederom de autofabrikanten die harde klappen krijgen.
Het bericht Oorlog in Oekraïne raakt auto-industrie harder dan chiptekort verscheen eerst op www.dagelijksauto.nl